Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij sloegen ook de [26]tenten van het vee, en voerden weg schapen in menigte, en kemelen; en kwamen weder te Jeruzalem. 26. Dat is, de inwoners der tenten. Versta, de Arabieren, die in tenten woonden aan de palen der Edomieten en Filistijnen, waarheen de Moren, geslagen zijnde, mogen gevloden zijn; of men kan het verstaan van de Arabieren zelf; 1 Kron.4:41.